Verkeersinzicht

Op juiste en veilige manier deelnemen aan het verkeer

In dit hoofdstuk wordt het meest wenselijk rijgedrag in algemene zin beschreven. Verwezen wordt naar artikel 5 WVW 1994 en naar maatschappelijk aanvaarde normen voor sociaal en defensief rijgedrag. Hoofdstuk 2 van deze Rijprocedure is van toepassing op alle in hoofdstuk 3 omschreven onderdelen.

Verkeersinzicht

Om op een juiste en veilige wijze aan het verkeer deel te kunnen nemen, is o.a. ’verkeersinzicht’ noodzakelijk.

Dit betekent het tijdig onderkennen van en inspelen op:

– concrete verkeerssituaties

– situaties die zich gaan ontwikkelen

– situaties die zich op een bepaalde manier kunnen gaan ontwikkelen.

Daarbij spelen de volgende factoren een rol:

– de mens

– de weg en omgeving

– het voertuig

– de weersomstandigheden.

Men dient rekening te houden met omstandigheden die bij het naderen en/of voorbijgaan bijzondere oplettendheid vragen, zoals.

– slechte, brokkelige rijbaankanten, vooral die welke gelegen zijn tegen lagere weggedeelten.

– op de rijbaan liggende voorwerpen die gevaar voor het verkeer kunnen opleveren.

– voorwerpen die te dicht bij de rijbaan staan.

– over de rijbaan uitstekende takken, uithangborden, luifels enz.

– smalle doorgangen bij wegwerkzaamheden, bruggen, in- of uitritten, op- en afritten, enz.

– weggedeelten met tijdelijk geplaatste verkeersborden en/of op het wegdek aangebrachte verkeerstekens.